Floris II van Pallandt
Hallo, mijn naam is Coen van de Horst en ik doe de stem van Floris II van Pallandt.
(Kort muziek intro.)
Voice-over: Met een beetje geluk ziet u vanaf deze plek het allerlaatste stuk muur dat nog overeind staat van het ooit zo indrukwekkende kasteel van Culemborg. Om een gevoel te krijgen hoe groot het was, moet u straks maar eens om dit terrein heen lopen. Hier werd in 1577 de latere graaf Floris II van Pallandt geboren. Hij bracht er een groot deel van zijn jeugd door.
Floris II: O ja, het wás ooit een imposante burcht, maar in mijn jeugd eigenlijk al niet meer. De Spanjaarden hadden er vreselijk huisgehouden. Het was een kasteel in het water met hele brede grachten, een voorburcht, een hoofdburcht, stallen en een grote tuin met lanen.
Maar als ik eraan terugdenk, zie ik voornamelijk een uitgewoond en leeggeroofd kasteel. En, weet u, ook hoor ik het geschreeuw nog van mijn ouders door de kasteelgangen galmen.
(Op de achtergond galmen twee ruziënde stemmen. Een vrouwenstem roept 3x ‘Floris’, een mannenstem roept 2x ‘Filippa Sidonia’.)
(Kucht) Eh, ja. Luister ik vertel u wellicht zeer vertrouwelijke dingen, dus houdt u dat maar een beetje voor u.
Mijn moeder was Filippa Sidonia van Manderscheidt. Ze was twintig jaar jonger dan mijn vader. Zij hield wel van een feestje. Mijn vader, Floris I, was een serieus man en had heel wat aan zijn hoofd, omdat hij financieel nagenoeg aan de grond zat.
Eh, mijn vader kreeg toegefluisterd dat mijn moeder wilde feesten hield en dat ze, eh ja, zich onzedelijk zou hebben gedragen. Zelfs zou er sprake zijn van overspel. Mijn vader liet haar gevangen zetten. Stel je voor, zeg!
Na heel wat getouwtrek tot aan de stadhouder aan toe kwamen ze tot een overeenkomst. Mijn moeder moest vertrekken, maar mijn vader moest haar een forse toelage betalen. Hij zou mijn opvoeding op zich nemen, mijn moeder mocht zich er niet meer mee bemoeien.
Dus hier zat ik dan op het kasteel. Min of meer afgeschermd van de buitenwereld, omdat er geen contact mocht zijn met mijn moeder. Ik had een leraar Frans, aardige vent, die hier stiekem was neergezet. Door mijn moeder! Via deze spion bleef ze op de hoogte. Mijn vader en moeder hadden allebei heel andere toekomstplannen voor mij.
Toen ik vijftien was, stond ze ineens weer voor mijn neus hier op het kasteel. Ze was het oneens met hoe mijn vader mijn opvoeding aanpakte. Ze had allerlei bondgenoten gemobiliseerd en er ontstond zelfs een gewapend oproer. Ongelooflijk!
Mijn vader sloeg dat neer, maar gaf wel voor een deel toe. Ik mocht het kasteel uit. Mijn moeder wilde dat ik in Leiden ging studeren. Mijn vader niet. Dat werd wéér geruzie.
(Herhaling van de twee ruziënde stemmen.)
Mijn moeder wist dit zelfs tot aan de Staten-Generaal aan toe uit te vechten. Mijn vader, die zich met zijn vrijstad wat al te vaak té onafhankelijk van de Staten-Generaal had opgesteld, werd gedwongen toe te geven.
Op mijn zestiende mocht ik dan Culemborg verlaten om in Leiden aan de studie te beginnen.
Voice-over: Floris II van Pallandt verliet het ouderlijk kasteel, werd uiteindelijk zélf lid van de Staten-Generaal en was een vooraanstaand bestuurder en diplomaat.
(Zeer kort muziek outro.)